In plaats van taarten van de plaatselijke vlaaienboer, trakteerde een jarige collega op allerlei zelfgemaakte baksels. Een spinazietaart, citroencake, wortel-pecantaart, dadel-kokosrepen, preitaart, appeltaart, een taart met rode vruchten… En van alles stond een stukje voor me klaar, omdat de maakster mijn keukenmachine had mogen lenen :-).
Het lekkerste vond ik de dadel-kokosrepen. Ik besloot ze daarna zelf te maken, paste het recept aan en heb ze inmiddels verschillende keren getrakteerd. Aan de buren die altijd de plantjes verzorgen tijdens vakanties, aan mijn jarige zus, maar vooral aan mezelf.
Dadel-amandelrepen
Voor ongeveer 12 repen (of meer kleinere blokjes):
75 gram ongezouten roomboter
snuf zout
2 eetlepels honing
2 eetlepels bruine basterdsuiker
450 gram Medjoul dadels
75 gram biscuit
100 gram geroosterde, ongezouten amandelen
3 eetlepels geraspte kokos, geroosterd
Verwarm in een steelpan op laag vuur de boter, het zout, de honing en de basterdsuiker. Ontpit de dadels en snijd ze in kleine stukjes. Voeg de dadels toe in de pan, meng alles in de pan goed. Laat 15 minuten op zacht vuur staan. Roer regelmatig.
Breek de biscuit in kleine stukjes en hak de amandelen grof. Doe samen in een kom. Voeg hier het dadelmengsel aan toe en meng goed. Laat iets afkoelen.
Bekleed een cakeblik met bakpapier. Doe hierin het dadelmengsel. Verdeel het over het bakblik met een spatel. Als je de bovenkant vlak gemaakt hebt met de spatel, bestrooi je het mengsel met de kokos. Laat afkoelen tot kamertemperatuur en zet het daarna afgedekt in de koelkast.
Als het volledig is afgekoeld, snijd je het in repen van ongeveer 2 cm breed. je kunt ze ook in kleinere blokjes snijden, zodat je een soort bonbon voor bij de thee hebt. Bewaar de repen in een bakje met deksel in de koelkast, zodat ze iets steviger blijven.